Handelen vs beleggen

In deze gids bespreken we hoe handelen en beleggen zich tot elkaar verhouden, met aandacht voor de aspecten van kortetermijn- versus langetermijnposities. Zo kunt u beslissen welke strategie het beste bij uw doelstellingen past.
Handelen vs beleggen: een overzicht
Zowel handelen als beleggen hebben hetzelfde doel: winst genereren op de financiële markten - maar hun aanpak verschilt. Handelen spitst zich vooral toe op het kopen en verkopen op korte termijn met behulp van derivaten zoals contracts for difference, waarbij meestal gebruik wordt gemaakt van hefboomwerking (ook wel handelen met marge genoemd), zonder dat u het onderliggende actief in bezit hoeft te nemen.
Handelen houdt in dat u posities inneemt die minuten, dagen of weken in beslag nemen (of zelfs seconden in het geval van scalping), vaak met behulp van technische analyse. Dit is zeer riskant en kan zowel snelle winsten als verliezen opleveren.
Bij beleggen daarentegen ligt de nadruk op langetermijngroei. Beleggers kopen en bezitten gewoonlijk activa zoals aandelen, obligaties of vastgoed en houden deze jarenlang of zelfs tientallen jaren aan. Het is hierbij vooral de bedoeling om rijkdom op te bouwen door middel van gestage kapitaalgroei, dividenden of rente. Beleggers baseren zich meer op fundamentele analyse. Hierbij kijken ze naar de financiële gezondheid en het groeipotentieel van een bepaald actief.
Rijkdom vergaren kan met beide, maar ze verschillen vooral wat betreft het risicobeheer, de technieken en de inspanningen. Tijdens het uitstippelen van uw strategie is het belangrijk om te begrijpen welke aanpak het beste aansluit bij uw financiële doelen.
Verschillen en overeenkomsten tussen handelen en beleggen
Het is zeer belangrijk om de verschillen en overeenkomsten tussen handelen en beleggen te kennen. Hierbij hebben we het onder meer over het gebruik van hefboomwerking, het risiconiveau en nog veel meer. In de onderstaande tabel gaan we dieper in op de verschillen, gaande van het tijdsbestek tot de analysemethoden en de betrokkenheidsgraad.
Aspect |
Handelen |
Beleggen |
Gemeenschappelijke elementen |
Bezit van het fysieke actief |
Geen |
Ja |
Als u belegt, bezit u het fysieke actief, zoals bijvoorbeeld een aandeel. Als u handelt, speculeert u op de prijsschommelingen van een derivaat |
Tijdsbestek |
Korte termijn: minuten tot weken |
Lange termijn: maanden tot tientallen jaren |
In beide gevallen neemt u deel aan de markt en koopt/verkoopt u de activa |
Doel |
Snelle, frequente winsten uit prijsschommelingen op korte termijn |
Geleidelijke opbouw van vermogen na verloop van tijd |
Het gemeenschappelijke doel is financiële winst |
Risiconiveau |
Hoger door de frequente transacties, volatiliteit en eventuele hefboomwerking | Lager, maar nog steeds onderhevig aan marktdalingen en volatiliteit | Voor beide is risicobeheer vereist |
Strategie |
Vertrouwt in grote mate op technische analyse (grafieken, indicatoren) | Richt zich vooral op fundamentele analyse (bedrijfsprestaties, economie) | Beide vertrouwen op analyse, maar met verschillende methoden |
Handelsfrequentie |
Hoog: er kunnen meerdere transacties per dag plaatsvinden | Laag: doorgaans minder transacties die voor de lange termijn worden aangehouden | Beide vereisen strategische handelsbeslissingen |
Betrokkenheid |
Vereist actief toezicht en snelle besluitvorming |
Meestal passief, met minder frequente wijzigingen in de portefeuille |
In beide gevallen moeten er op belangrijke momenten beslissingen worden genomen |
Hefboomwerking |
Zeer gebruikelijk (bijv. bij CFD's) |
Zelden gebruikt bij traditioneel beleggen |
In beide gevallen kan er sprake zijn van hefboomwerking, maar dit komt vaker voor bij handelen |
Risico op verlies |
Meer kans op snelle en aanzienlijke verliezen door marktvolatiliteit en hefboomwerking |
Minder kans op kortetermijnverlies, maar er is nog steeds risico, vooral tijdens economische recessies |
Beide houden risico's op verlies in, hoewel het risico bij handelen aanzienlijk groter is |
Kennis van de markt |
Vereist uitgebreide kennis van marktindicatoren en -trends |
Berust meer op kennis van fundamentele factoren |
Beide vergen uitgebreide kennis van de marktdynamiek |
Voorbeeld van handelen vs. beleggen
Hieronder volgt een voorbeeld ter illustratie van de verschillen tussen handelen en beleggen, waarin u ziet hoe factoren zoals hefboomwerking, duur van de schommelingen en volatiliteit het proces en het potentiële resultaat van elke positie kunnen beïnvloeden.
Voorbeeld van handelen
U merkt dat de aandelen van bedrijf X de afgelopen dagen snel zijn gestegen. In plaats van de aandelen rechtstreeks te kopen, gebruikt u een CFD op een handelsplatform, zodat u kunt speculeren op de koersbewegingen van het aandeel, zonder dat u het onderliggende aandeel in bezit hoeft te nemen. U voert een technische analyse uit en identificeert de steun- en weerstandsniveaus op basis van de historische prijsactie. Op basis van uw handelsstrategie opent u een positie met hefboomwerking, waarbij u 100 CFD's koopt tegen $ 50 per stuk. Met de standaard hefboom van 5:1 hebt u echter maar $1.000 nodig om deze positie van $5.000 in te nemen.
Twee dagen later stijgt de prijs van het aandeel naar $ 55. U verkoopt uw 100 CFD's tegen deze nieuwe prijs, waardoor u $500 winst maakt (minus eventuele extra kosten en vergoedingen, zoals nachtpremies). Deze kortetermijnstrategie speelt in op de volatiliteit en de hefboomwerking vergroot uw winst. Let er echter wel op dat de hefboom ook uw risico verhoogt, want ook uw eventuele verliezen worden vergroot als de markt zich tegen u keert. Als de koers dus naar $ 45 daalt en niet naar $ 55 stijgt, verliest u $ 500 (minus de relevante kosten).
Voorbeeld van beleggen
U gelooft in de langetermijngroei van de koers van Bedrijf X dankzij de sterke winstcijfers en toekomstperspectieven. Via een effectenmakelaar koopt u 100 aandelen tegen $ 50 per stuk voor een bedrag van $ 5.000, met de bedoeling om de aandelen enkele jaren vast te houden. In vijf jaar tijd stijgt de aandelenkoers geleidelijk naar $ 150. Bovendien ontvangt u ook jaarlijks dividend. Na vijf jaar verkoopt u de aandelen tegen $ 150 per aandeel. U maakt $ 10.000 winst, plus de dividenden die u tijdens de bewaarperiode hebt geïnd (en minus eventuele extra kosten). Deze strategie richt zich vooral op kapitaalgroei op lange termijn en inkomsten uit dividenden.
Net als bij handelen, zou u $ 500 verliezen (minus de relevante kosten) als de aandelenkoers over deze langere periode naar $ 45 zou dalen.
Opmerking: de inhoud van de onderstaande afbeelding is een hypothetische transactie en dient uitsluitend ter vergelijking van de kenmerken van handelen en beleggen. Handelen met hefboomwerking is riskant. Prestaties uit het verleden zijn geen betrouwbare indicator voor de toekomst.